Een terug blik
Mijn herinneringen aan deze bedevaart dateren zo ongeveer van begin jaren veertig. Precies zoals Alda vertelde in haar boeiend verslag in de vorige Mik-Mak is mijn kennismaking ook als bruidje begonnen. Wat mij als kind wel opviel: in de processie door het park liep het vrouwvolk voorop en het mansvolk sloot de rij. Tussen de Heilige Mis en het Lof gingen we naar het café met de veranda. De door moeder meegebrachte boterhammen smaakte heerlijk, samen met een glaasje prik of ranja. We kregen centen om een kaarsje op te steken en iets te kopen bij een van de kramen. Het werd de snoepkraam en na lang wikken en wegen viel meestal de keuze op een kaneelstok. Heel erg lekker, omdat ze gewijd waren veronderstelde mijn zus. Enige jaren later waren de kramen verdwenen. Iemand merkte op: vroeger hadden we geen geld en waren er kramen en nu hebben we geld en zijn ze verdwenen. Vooral als kind fascineerde de boom me geweldig. Zilveren schildjes en andere attributen als dank voor een genezing versierde deze boom en in het midden troonde het wonderbeeld van O.L.Vrouw ter Eik. Zouden er toch nog wonderen bestaan?
Na het bezoek aan de snoepkraam konden we samen nog maar 1 kaarsje opsteken. Niet erg, want één kaars is van onschatbare waarde en daar hadden we vrede mee. Na de lagere school was de tijd aangebroken dat ik te voet deelnam aan de bedevaart. Vroeger ging men op vrijdag. Omdat ik in die periode maar 3 of 4 snipperdagen kreeg heb ik wel eens verstek laten gaan.
Meerveldhoven was toen verder weg dan tegenwoordig!?.
We liepen steeds over verharde wegen via Steensel en er werd geen meter afgesneden! Lange tijd begeleidde de Fanfare ons en dat liep een stuk gemakkelijker. Voor dat onze Fanfare opgericht was kregen we ondersteuning van de Fanfare uit Borkel en Schaft. Na het Lof werd gezongen: Vaarwel, Vaarwel wij scheiden………en daar werd ik helemaal emotioneel van.
Biddend en zingend werd de Westerhovense “tocht der tochten” voortgezet.
Een welkome pauze bij “de Jood” in Steensel, waar de dorst gelest werd en bij sommigen in de vorm van een hartversterkertje. De processiemeester had moeite om vooral de mannen op het rechte pad naar Riethoven te krijgen.
De voetreis werd steeds zwaarder, het bidden werd minder en het zingen klonk een beetje vals en het lopen was sjokken geworden.
Na een korte dienst in de kerk van Riethoven namen we afscheid van onze Riethovense medepelgrims en begonnen we aan de laatste etappe. Al snel doemde de contouren van ons dörpke op. De vertrouwde kerktoren gaf ons het gevoel van een blij en veilig thuiskomen van onze bedevaart naar Meerveldhoven.