Dat waren weer heel mooie feestdagen op het einde van december en in het begin van januari. En nu op het einde van februari en begin maart is er ook weer die feestelijke traditie van het Carnaval. Het feest van Carnaval met daarna de veertigdagentijd maken ons heel duidelijk om na te denken over de liefde van God voor ons. Deze Veertigdagentijd helpt ons om over ons dagelijks leven na te denken en over Gods liefde. Onze voorvaderen vulden deze vastenperiode na carnaval op een heel bijzondere manier in. Zij beschouwden de vastentijd als de tijd van Genade. Wij allemaal proberen in deze tijd meer en meer te doen voor de naasten. Wij zetten ons vrijwillig in voor andere medemensen die hier, dichtbij, of elders wonen. Ieder mens kan door zijn of haar voorbeeldig leven van liefde en goedheid daar een bijdrage aan leveren. Zo wordt de wereld een beetje rechtvaardiger of beter en de mensen wat gelukkiger. De lezingen uit de Heilige Schrift die we horen of lezen in deze veertigdagentijd wijzen ons echter een heel andere weg! Daar wordt meestal gesproken van het geven van aalmoezen, van bidden en van vasten, enzovoort. Daarbij gaat het hier in het bijzonder om vernieuwing. En deze vernieuwing kan inwendig en spiritueel zijn. De basishouding die daarbij hoort en die ons verder helpt bij het inoefenen op onze levensweg brengt ons terug, dichter bij God en de medemens. In deze vastentijd gaat het dus om onze blik op God te richten en te gehoorzamen aan Zijn woord. Dat is het doel en ook de kans om ons in deze vastentijd opnieuw op Hem te oriënteren en Hem beter te begrijpen. En dan kunnen we echt zeggen: “de tijd van genade is gekomen.” In deze vastentijd krijgt ons handelen een heel nieuwe sociale dimensie! Wij voelen ons verbonden met alle mensen op deze wijde wereld. Vooral met die mensen die onder oorlogsomstandigheden leven, of die lijden onder honger en nood. Laat ons deze kans goed benutten, zodat deze vastentijd voor ons ook echt een tijd van genade kan worden.
Pater Pushparaj, HGN.