Met dit futuristisch ogende bouwwerk wil de gemeente Bergeijk meer bezoekers én meer vleermuizen naar het natuurgebied trekken. De toren is zo ontworpen dat een bont gezelschap aan vleermuissoorten zich er snel thuis moet gaan voelen: niet alleen de watervleermuis, maar ook de rosse vleermuis, de gewone grootoorvleermuis, de laatvlieger en de ruige dwergvleermuis. Het is de bedoeling dat mens en vleermuis elkaar niet in de weg gaan zitten in de toren. Om die reden is de vleermuizenkelder niet toegankelijk voor bezoekers.
Recreanten kunnen met een grote wenteltrap de 26 meter hoge toren van binnenuit gaan beklimmen. Dit op afstand van de-voor de mens afgesloten- zomerschuilplaatsen van de vleermuizen in de gevel. Er is een aparte entree voor mens en vleermuis. En in seizoenen waarin deze dieren rust nodig hebben- zoals in de winterslaap of in het broedseizoen-kan eventueel de eerste verdieping worden afgesloten.
Op de top van de toren hebben bezoekers een weids uitzicht op een deel van het gebied waar de nieuwe N69 wordt aangelegd, in Riethoven en Dommelen.
De toren is geheel in hout uitgevoerd: dat was onder meer een wens van de jeugdgemeenteraad van Bergeijk, die ook ideeën mocht aandragen. En door de gelamineerdehoutconstructie gaat de toren mooi op in de bosrijke omgeving.
Het bouwwerk heeft van binnen diverse verdiepingen. Op die tussenverdiepingen is de ‘vleermuisflat’ aan één kant opengewerkt, zodat bezoekers op weg naar de top al kunnen genieten van het uitzicht op het omringende bosgebied.
Afbeelding: Schets vleermuizentoren.